Schaalbeschrijvingen

Versie 2.0 van de HAP bevat drie typen schalen: controleschalen, inhoudschalen en afgeleide schalen.

* Controleschalen

Met de vier controleschalen wordt vastgesteld in hoeverre de betrouwbaarheid en de validiteit van de uitkomsten van de HAP beperkt wordt door de kwaliteit van de antwoorden van de informant. Het betreft de tendens om het gedrag van de geobserveerde persoon positiever of negatiever te beoordelen dan het in werkelijkheid was, de neiging om systematisch eerder ‘ja’ of ‘nee’ antwoorden te geven, tegenstrijdige beantwoording en het aantal min of meer antwoorden.
De uitslagen op de schalen worden gecorrigeerd voor de Beoordelingstendens en Instemmingstendens. Op grond van de uitslagen op de controleschalen kan de onderzoeker besluiten om het profiel als niet of minder valide te beschouwen. In dat geval kan een andere informant benaderd worden.

Beoordelingstendens

Met deze schaal wordt positieve of negatieve vertekening van de persoonlijkheidskenmerken van de betrokken persoon door de informant vastgesteld. De uitkomsten van de inhoudsschalen en afgeleide schalen worden gecorrigeerd voor de Beoordelingstendens. 

Instemmingstendens

Deze schaal bepaalt de neiging van de informant om te veel bevestigend of juist ontkennend te antwoorden op de items van de HAP ongeacht de inhoud. De uitkomsten van de inhoudsschalen en afgeleide schalen worden gecorrigeerd voor de Instemmingstendens. 

Inconsistente antwoorden

De schaal geeft de mate aan waarin vragen tegenstrijdig zijn beantwoord. Dat kan komen door “luk raak” beantwoording of onvoldoende begrip van de vragen. Een hoge score bedreigt de validiteit van de uitkomsten.

Min of meer antwoorden

Door bijvoorbeeld terughoudendheid om het juiste antwoord te geven of onvoldoende kennis van het gedrag van de betrokken persoon kan de informant overmatig veel ‘min of meer’ antwoorden geven. Dit heeft invloed op de schaalscores.

* Inhoudschalen

De tien inhoudsschalen zijn genoemd naar het aspect van de persoonlijkheid dat overeenkomt met een hoge schaalscore. Zij vormen de oorspronkelijke HAP. Op de inhoudschalen komt tot uitdrukking in welke mate volgens de informant de in de HAP geformuleerde gedragskenmerken bij de beoordeelde persoon aanwezig waren of aanwezig zijn (HAP-t). Dat kan variëren van ‘maximaal’ tot ‘niet’.

Sociaal Afzijdig Gedrag  

Met de schaal Sociaal Afzijdig Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon sociale contacten vermeed en zich gesloten gedroeg.

Onzeker Gedrag  

Met de schaal Onzeker Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon blijk gaf van gebrek aan vertrouwen in eigen handelen.

Kwetsbaar in de Omgang 

Met de schaal Kwetsbaar in de Omgang wordt vastgesteld in welke mate de persoon blijk gaf zich ondergewaardeerd en afgewezen te voelen.

Somatiserend Gedrag 

Met de schaal Somatiserend Gedrag wordt vastgesteld in welke mate bij de persoon psychische spanning tot uitdrukking kwam in de vorm van lichamelijke klachten.

Wanordelijk Gedrag

Met de schaal Wanordelijk Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon wanordelijk en ongestructureerd gedrag vertoonde.

Rigide Gedrag 

Met de schaal Rigide Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon moeilijkheden ondervond bij het aanpassen aan veranderde omstandigheden.

Perfectionistisch Gedrag 

Met de schaal Perfectionistisch Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon nauwgezet gedrag vertoonde.

Moeilijk in de Omgang 

Met de schaal Moeilijk in de Omgang wordt vastgesteld in welke mate het gedrag van de persoon moeilijk was te hanteren door anderen.

Zelfingenomen Gedrag

Met de schaal Zelfingenomen Gedrag wordt vastgesteld in welke mate de persoon zichzelf op de voorgrond stelde.

Grillig en Impulsief Gedrag

Met de schaal Grillig en Impulsief wordt vastgesteld in welke mate de persoon zich onevenwichtig gedroeg.

* Afgeleide Schalen

De afgeleide schalen zijn schalen die samengesteld zijn op basis van de scores op items en inhoudschalen. Ze zijn wetenschappelijk onderbouwd en gevalideerd. Ze geven nadere informatie die behulpzaam kan zijn bij de profielinterpretatie.

Factor Schalen

De factorstructuur van de HAP is stabiel in diverse populaties en levert drie hogere orde factoren op:
Factor I Internaliserend / neurotisch
Factor II Compulsief
Factor III Externaliserend / antagonistisch
Voor deze drie Factoren worden individuele schaalscores berekend. De schalen zijn dimensioneel en bijna normaal verdeeld.

Persoonlijkheidsstoonis schalen

Voor de tien persoonlijkheidsstoornissen uit de DSM-V wordt een score berekend die aangeeft in hoeverre de antwoorden passen bij de betreffende persoonlijkheidsstoornis.
Per stoornis wordt het volgende geconcludeerd: contra-indicatie, geen indicatie, kenmerken of indicatie

Neiging tot agressie

Deze schaal blijkt in staat de kans op agressief gedrag in dementie te voorspellen. Er zijn aanwijzingen dat hij ook neiging tot agressie in andere situaties kan voorspellen.

Indicatie Autisme

Bij een combinatie van bepaalde schaalscores bestaat er een verhoogde kans op autisme.